De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

Geluid en trillingen

Omwonenden rond het spoor kunnen last hebben van het geluid of de trillingen van passerende treinen. Ook werkzaamheden aan het spoor kunnen geluid en trillingen veroorzaken. Omwonenden kunnen bij ProRail via Publieksvoorlichting hun meldingen van overlast kwijt. ProRail streeft ernaar dat er voor de omgeving zo min mogelijk geluid- en trillingshinder ontstaat. In 2022 heeft ProRail samen met andere partijen in de spoorsector hiertoe diverse stappen gezet.

In gesprek over een aanpak van spoortrillingen

Voor de beheersing van geluidhinder zijn er in de Europese en Nederlandse wetgeving veel regels opgenomen, maar voor trillingshinder nauwelijks; het Rijk werkt in samenwerking met alle stakeholders waaronder ProRail aan een aanpak. Een onderdeel daarvan is Joint Fact Finding (JFF) Spoortrillingen, een samenwerking met alle stakeholders om een gedeelde feitenbasis te krijgen onder een aanpak. ProRail heeft in de JFF ervaringen en technische expertise gedeeld. De JFF is eind 2021 weliswaar formeel beëindigd, maar in de praktijk heeft het Ministerie daarna deze groep nog wel bij elkaar geroepen voor vervolggesprekken op ad-hoc basis. Ook is ProRail tweemaandelijkse gesprekken met het LPOGT (Landelijk Platform Overlast GoederenTreinen) blijven doen waarbij informatie-uitwisseling centraal staat.

Succesvolle transitie naar stiller goederenverkeer

Een technisch gezien eenvoudige innovatie levert een grote geluidreductie voor het goederenverkeer: door andere type remblokken te gebruiken blijven de wielen van goederenwagons gladder en maken ze tijdens het rijden veel minder geluid. 

Sinds 2005 moeten op basis van Europese typekeuringseisen alle nieuwe goederenwagens al met deze alternatieve remblokken zijn uitgevoerd. Met de succesvolle Stimuleringsregeling Toename Stille Treinkilometers heeft ProRail van 2008 tot en met 2021 het gebruik van alternatieve remblokken op oudere wagons gestimuleerd. In deze periode is in totaal € 15 miljoen aan subsidies voor stiller goederenverkeer uitgekeerd. 

Vanaf december 2024 moeten volgens nieuwe Europese regelgeving op zogeheten 'stillere routes' alle oudere goederenwagens verplicht met alternatieve remblokken zijn uitgerust. In Nederland gaat het om de Betuweroute en de Brabantroute. Omdat er in andere landen ook veel “stillere routes” zijn, is de prognose dat in 2025 95% van de goederenwagens die in Nederland rijden van het stillere type zullen zijn. Na twintig jaar is de Europese implementatie van deze innovatie voltooid, die ooit in Nederland gestart is binnen het Innovatieprogramma Geluid (IPG, 2002-2007). 

Minder overschrijdingen van de geluidproductieplafonds 

Naast de Europese regels voor het geluid van afzonderlijke treinpassages gelden in Nederland regels voor het totale geluid dat in een jaar geproduceerd mag worden. De bewaking hiervan is geregeld met geluidproductieplafonds (gpp’s) op meer dan 50.000 referentiepunten langs alle hoofdspoorwegen. Deze gpp’s hebben op verschillende plekken in Nederland verschillende waarden: ze regelen een stand-still ten opzichte van het moment van inwerkingtreding in 2012. ProRail moet zorgen dat de gpp’s niet worden overschreden, ook niet als er meer treinen gaan rijden. ProRail heeft in 2022 het nalevingsverslag gpp’s over 2021 gepubliceerd. Het aantal overschrijdingen van gpp’s is verder gedaald van 430 referentiepunten in 2020 naar 378 in 2021. Voor de locaties waar nog overschrijdingen zijn werkt ProRail aan een aanpak met geluidreducerende maatregelen. 

Aanpak van het geluid op hoogbelaste locaties

Toen in 2012 de geluidproductieplafonds werden ingesteld is ook geregeld dat voor locaties waar op dat moment de streefwaarde voor het geluid ver overschreden werd een aparte aanpak zou komen. Deze aanpak is ondergebracht in het Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG). In het MJPG werken het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en ProRail samen aan het terugdringen van geluidsoverlast langs rijkswegen en hoofdspoorwegen.  ProRail onderzoekt in het MJPG op basis van wettelijke regels voor ruim 53.000 woningen welke maatregelen getroffen moeten worden en beschrijft dit in zogenaamde saneringsplannen. Hierbij vindt, binnen de kaders van de wet, overleg plaats met bewoners en gemeenten over de lokaal wenselijke oplossingen. 

In 2022 zijn alle saneringsplannen met de hoogste geluidsbelastingen (Fase 1) formeel bij het ministerie van IenW ingediend of met IenW gedeeld; samen met de saneringsplannen moet ook nog een berekening worden gemaakt van de effecten van de maatregelen op het geluidsregister. Het geluidsregister is in 2022 vernieuwd (nieuwe software) en daarom gebeurt het formeel indienen van de laatste saneringsplannen bij het ministerie nadat ook die berekeningen zijn gemaakt. Dit betreft drie saneringsplannen, te weten Oisterwijk, Randstad Zuid en Tilburg. Dit gebeurt eerste helft 2023. ProRail zal met het MJPG naar verwachting in totaal 68 km geluidsschermen en 279 km raildempers aanleggen en bij circa 2.900 woningen aanvullende geluidsisolatie aan de gevels van de woningen aanbrengen. De realisatie van de geluidmaatregelen zal naar verwachting in 2030 zijn afgerond; de voortgang is per locatie te zien op www.mjpgspoor.nl. 

Aanpak van het booggeluid 

ProRail heeft een aparte aanpak voor het piepende booggeluid. De wrijving tussen wielen en sporen moet optimaal zijn om te voorkomen dat de wielen gaan piepen als ze door een krappe boog rijden. Dit geluid komt dan ook het meest voor op emplacementen waar veel krappe bogen en wissels liggen. ProRail voorkomt met ruim 2000 conditioneringssystemen langs de spoorbaan al veel booggeluid. Op sommige regionale lijnen wordt booggeluid effectief bestreden met conditionering vanuit de trein. ProRail en NS hebben in 2021 en 2022 in het zuidoosten van Nederland een grootschalige praktijkproef met conditionering op het gemengde net vanuit sprinters van NS uitgevoerd. Deze proef leidt echter niet tot een uitrol van deze wijze van conditionering: het regelen van de precieze hoeveelheden conditioneringsmiddel bij alle bogen en wissels vergt een naar verhouding te grote ICT-investering in de ICT en dan nog is het resultaat onzeker ten opzichte van de aanpak met installaties langs de baan.

Onderzoek en innovatie voor een bronaanpak van spoortrillingen 

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft ProRail in 2022 gewerkt aan diverse onderdelen van de Innovatieagenda Bronaanpak Spoortrillingen (IBS). Doel van de IBS is om trillingsreducerende effecten, neveneffecten en kosten van maatregelen aan de spoorinfrastructuur en aan de treinen in kaart te brengen om maatwerk bij de aanpak van trillingshinder te kunnen bieden. 

Voor de aanpak van spoortrillingen heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een budget van € 20 miljoen ter beschikking gesteld om onderzoek te doen naar mogelijke bronmaatregelen, onder de noemer 'Innovatieagenda Bronaanpak Spoortrillingen (IBS)'. Doel van de IBS is om trillingsreducerende effecten, neveneffecten en kosten van maatregelen aan de spoorinfra en aan de treinen in kaart te brengen om maatwerk bij de aanpak van trillingshinder te kunnen bieden. In 2022 is hiertoe de opdracht voor de ontwikkeling van STEM, het Spoortrillingen Emissiemodel, gegund aan TU Delft, Deltares en TNO. Zij gaan de hiaten in fundamentele kennis over het ontstaan en het reduceren van spoortrillingen opvullen. Het rekenmodel voorspelt in welke situaties spoortrillingen ontstaan en of de bronmaatregelen effectief zijn in het reduceren van deze trillingen.

De eerste praktijkproeven in Oisterwijk en Zevenaar en met een alternatieve overwegconstructie in Dorst zijn in 2022 succesvol afgerond en leverden positieve resultaten. ProRail bereidde in 2022 ook diverse nieuwe praktijkproeven voor met andere inframaatregelen, zowel bestaande oplossingen als innovaties. Hiervoor hebben we eind 2022 een speciale marktuitvraag gepubliceerd. De IBS loopt van 2021 tot 2025 en ProRail zal de resultaten de komende jaren stapsgewijs breed beschikbaar stellen.

Verder werkten we in 2022 aan monitoringstechnieken om de plaatsen in het spoor te detecteren waar de onderhoudsstaat van het spoor mogelijk overmatige trillingshinder zou kunnen veroorzaken. Het doel is om deze locaties gerichter aan te kunnen pakken. We hebben met Deltares een praktijkproef voor de monitoring van trillingsniveaus via het bestaande glasvezelnetwerk langs de baan uitgevoerd. Ook hebben we nieuwe analysetechnieken ontwikkeld voor de liggingsdata van het spoor die jaarlijks worden ingewonnen door het Branche Breed Monitoring Systeem (BBMS).

Naast onderzoek aan de infra werkt ProRail binnen de IBS ook aan onderzoek aan treinen, in samenwerking met NS en de betrokken partijen van de Spoorgoederentafel. Hiertoe is een grootschalig meetprogramma gecontracteerd om de trillingseffecten in relatie tot de mate van rondheid van wielen te monitoren. Ook is een bureaustudie gestart om optimalisaties van de gangbare draaistellen van treinen te onderzoeken.