De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

Spoor- en stationsvernieuwingen

Om meer treinen te kunnen laten rijden, hebben we in 2022 veel spoorprojecten uitgevoerd en gewerkt aan verbetering van stations. Zo zetten we voor zowel het reizigers- als het goederenvervoer belangrijke stappen om ruimte te maken voor meer spoorvervoer in 2030.

Spoorvernieuwingen impact Corona en Oekraïne

In 2022 heeft ProRail grootschalig spoorvernieuwingsprojecten uitgevoerd. In 2022 was er een sterke groei van de totale projectenportefeuille met zo’n 20%  ten opzichte van voorgaande jaren. Deze groei zet zich de komende jaren door. 2022 was ook een jaar van grote verstoringen in de productieketens van materialen door de impact van de coronacrisis en de consequenties van de oorlog in Oekraïne. Stijgende prijzen, schaarste aan materialen en personeel en een verstoorde productieketen wereldwijd raakten ook de spoorsector. Ondanks deze externe factoren is het gelukt de projectagenda nagenoeg geheel te realiseren 

De eerste helft van 2022 hebben we ons vooral ingespannen om projecten en aanbestedingen zoveel mogelijk doorgang te laten vinden. De continuïteit van aanbestedingen stonden de eerste zes maanden van 2022 onder druk omdat er sprake was van forse prijsonzekerheid. Marktpartijen kregen geen offertes meer voor materialen en/of toeleveranciers waren niet bereid aangeboden prijzen lang gestand te doen. Daarmee kwam het opstellen van een aanbieding voor marktpartijen in gevaar. Om projecten zonder inschrijvingen te voorkomen is een prijsregeling geïntroduceerd waardoor marktpartijen toch konden inschrijven, de concurrentie in stand blijft en ProRail enkel betaalt voor daadwerkelijk optredende prijsstijgingen. 

Ons uitgangspunt was maximaal voorspelbaar en beheersbaar zijn in de orderportefeuille en per project, om zo risico’s vanuit de markt te voorkomen. Een belangrijk basisgegeven is dat het uitstellen en opnieuw plannen van werk aan het spoor veel duurder en complexer is dan beheerst bijsturen. Enerzijds heeft dat te maken met de extra kosten die aannemers moeten maken en anderzijds met het gegeven dat er de komende jaren nauwelijks mogelijkheden zijn voor extra treinvrije periodes. De prijsstijgingen blijven zeer actueel, maar de prijsonzekerheid is eind 2022 afgenomen, waardoor aannemers beter in staat zouden moeten zijn om aanbiedingen te doen. Om die reden is in september de prijsrisicoregeling afgeschaald. 

Door een strakke besturing van de mogelijke materiaaltekorten op alle projecten is maar één project geraakt. Door verstoringen van de productieketens door corona en de oorlog in Oekraïne waren voor het project Hoogeveen de materialen voor de seintechnische installatie niet tijdig beschikbaar. Hierdoor hebben we het project slechts gedeeltelijk uit kunnen voeren en is de indienststelling van de snelheidsverhoging bij Hoogeveen uitgesteld naar 2023. 

Projecten voor reizigersvervoer

Samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, NS en hun partners in Duitsland werken we aan versnelling van de treinverbinding tussen Amsterdam en Berlijn. Door gefaseerde aanpassingen aan de Nederlandse spoorinfrastructuur, een nieuwe dienstregeling en het inzetten van andere treinen is het mogelijk om de reistijd van de Intercity Berlijn met 30 minuten te versnellen. De nieuwe dienstregeling 2024, met deze verkorte tijd, gaat in op 10 december 2023.

In 2022 zijn we een samenwerking gestart met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Duitsland, provincie Drenthe en vervoerder Bentheimer Eisenbahn voor een grensoverschrijdende spoorverbinding tussen Coevorden en Bad Bentheim voor reizigersvervoer. Het gezamenlijk streven is om eind 2025 één keer per uur een doorgaande trein op het internationale traject Coevorden-Bad Bentheim te laten rijden. We verwachten in 2023 een definitief realisatiebesluit te kunnen nemen.

Bij de verbouwing van Amsterdam Centraal (vanaf 2024) dreigden de voorzieningen voor de security- en paspoortcontrolevoorzieningen niet meer te kunnen worden gebruikt voor de internationale treinverbinding naar Londen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, NS en ProRail hebben de Amstelpassage aangewezen als locatie voor de tijdelijke voorzieningen. Voor de lange termijn blijft Amsterdam Zuid de locatie voor treinen naar het Verenigd Koninkrijk.

We voorzien een aantal uitdagingen m.b.t. de dienstregeling 2025. In 2025 is sprake van een aantal grote wijzigingen en onzekerheid over het wel of niet doorgaan van productstappen als Airportsprinter, doorkoppeling HSL-treinen via Amsterdam Zuid naar Noord- en Oost-Nederland, derde en vierde IC Breda-Eindhoven, vijfde en zesde sprinter Rotterdam-Den Haag door onder meer de haalbaarheid van TVP’s (treinvrije periode) als gevolg van laagspanningsissues en de capaciteit van de markt. We gaan in gesprek met relevante vervoerders om de (on)mogelijkheden te bespreken en gezamenlijk tot een maakbare en uitvoerbare dienstregeling 2025 te komen.

In het project Zuidasdok zijn enkele belangrijke mijlpalen behaald. De openbaar vervoerterminal (OVT) is volop in realisatie. Onder meer in augustus is tijdens een succesvol verlopen meerdaagse buitendienststelling veel werk verricht ten behoeve van de aanleg van een tweede reizigerstunnel (de Brittenpassage) op station Amsterdam Zuid.

De uitvoering van Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) gaat onverminderd door. Er zijn infrastructurele maatregelen genomen, waardoor de treinfrequenties stapsgewijs kunnen worden verhoogd. Het aantal corridors waar elke tien minuten een trein kan rijden wordt daarmee steeds verder uitgebreid. Helaas is er wel sprake van vermindering van het aantal treinen door NS door personeelstekorten. Vanuit PHS blijven we onverminderd sturen op het tijdig realiseren van PHS- maatregelen. Hiermee bereiden we ons voor op de forse groei van het goederen- en personenvervoer de komende jaren.

Samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en NS treffen we voorbereidingen om eind 2024 meer treinen te laten rijden in Brabant en de Zuidelijke Randstad, waar een forse woningbouwopgave ligt. Extra intercity’s tussen Breda en Eindhoven en tienminutensprinters tussen Den Haag en Rotterdam zijn een belangrijke kwaliteitsverbetering voor de reiziger en geven de ontsluiting van woningbouwlocaties daar een impuls.

Energievoorziening

Het programma Tractie en Energievoorziening (TEV) 2030 is in de realisatiefase. Op tien locaties zijn maatregelen genomen om toekomstige productstappen te faciliteren. Zo hebben we het OnderStation (OS) Rijswijk voor ESMET RoSA en OS Enschede (toetreding Intercity Nieuwe Generatie, ICNG) opgeleverd. Op zes locaties zijn maatregelen in uitvoering en begin 2023 is voor nog eens voor zeven locaties de aanbesteding gestart. 

TenneT werkt in Nederland hard aan het opwaarderen en uitbreiden van het hoogspanningsnet voor de energietransitie. De spoorbaan moet op diverse locaties aangepast worden om de beveiliging en de energievoorziening goed te laten functioneren met de grotere elektromagnetische velden die door de uitbreiding ontstaan. Op tientallen plaatsen door heel Nederland is, in afstemming met TenneT, gestart met de uitwerking en concrete uitvoering van deze maatregelen. Dit programma zal nog enkele jaren doorlopen.

Bovenbouwvernieuwingen

We hebben veel vernieuwing van sporen en beveiliging gerealiseerd op o.a. Delfzijl Haven, Baanvak Meppel-Leeuwarden, Groningen-Nieuweschans, Almelo, Hengelo, Dordrecht, Den Haag, Deventer, Zutphen-Winterswijk, Zutphen-Dieren, Hengelo-Oldenzaal en Apeldoorn-Zutphen.

Grote vernieuwing in de zomer op traject Utrecht-Eindhoven. We hebben bij Culemborg nieuwe ondergrond aangebracht onder het spoor om de draagkracht te verbeteren. Door een drainagesysteem zorgen we voor de juiste afwatering van het regenwater.

Op dit traject kan weer 140 kilometer per uur gereden worden. Hiermee is de vanaf 2018 geldende snelheidsbeperking (100 kilometer per uur) tussen Utrecht en Geldermalsen opgeheven. We hebben in een zeventiendaagse buitendienststelling o.a. bij Liempde twaalf wissels vervangen waarvan acht nieuwe generatie hogesnelheidswissels die minder storingsgevoelig zijn en minder snel slijten. Omdat de nieuwe wissels een andere hoekverhouding hadden, zijn ook de bovenleiding, treinbeveiliging en seinen aangepast.

In Zeeland en Noord-Brabant hebben we eind 2022 de bovenbouwvernieuwing op de locaties Terneuzen, Sloe, Moerdijk en Roosendaal gerealiseerd en zoveel mogelijk herbruikbare materialen toegepast.

Stationsvernieuwingen

In 2022 hebben we gewerkt aan verdere verbetering van de stations, samen met onze stakeholders zoals vervoerders, NS Stations, gemeenten en provincies. Daarnaast hebben we samen met NS Stations het Handboek Maatschappelijk Initiatieven opgesteld en gedeeld aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hierin is ons gezamenlijke beleid opgenomen hoe we lokale maatschappelijke initiatieven rond stations meer kunnen betrekken bij onze stationsopgave.

We hebben in een vierentwintigdaagse buitendienststelling tijdig de geplande werkzaamheden aan station Ede-Wageningen gerealiseerd: verwijdering van eenentwintig wissels, plaatsing van elf nieuwe wissels, sloop van negen kilometer spoor, aanleg van bijna acht kilometer spoor, sloop van een gedeelte van een perron, sloop van het dak van het huidige middenperron, bouw van een nieuw relaishuis, 250 kilometer kabels en leidingen gelegd en plaatsing van de nieuwe reizigerstunnel van achtduizend ton.

Op de stations Rotterdam Blaak, Rotterdam Lombardijen, Duivendrecht, Leiden Centraal en de Vink zijn liften en roltrappen vernieuwd. Verder is Station Dordrecht Zuid in 18 dagen compleet gesloopt en weer opnieuw opgebouwd. Zo hebben we onder meer perrons vernieuwd, nieuwe outillage geplaatst, de bovenleidingsportalen vernieuwd en nieuwe liften geplaatst. En de stationshal in Zwolle is vernieuwd.

We restaureren de karakteristieke, vaak monumentale perronkappen zorgvuldig en maken deze geschikt voor de komende honderd jaar. Zowel in 2021 als in 2022 werkten we aan de perronkappen in Groningen, Leeuwarden en Harlingen. De restauratie in Harlingen werd in 2022 afgerond. De renovatie van de perronkappen op de stations Alkmaar, Nijmegen, Middelburg en Zandvoort is in voorbereiding. Bij de verbouwing van het station Driebergen-Zeist werd de historische perronkap behouden. Daarvoor ontving het project de Waarderingsprijs Erfgoed uit handen van Vereniging Geheugen van Zeist en de Stichting Driebergen-Rijsenburg Vroeger en Nu.

De nieuwe fietsenstalling bij station Almere Centrum is in gebruik genomen met plek voor ongeveer 2.750 fietsen. Op digitale borden kunnen reizigers zien waar er nog vrije plekken zijn.

We hebben op twintig stations de perrons vernieuwd, een toegankelijke instap gerealiseerd en/of stationsoutillage vervangen. Eind 2022 waren er zes locaties tegelijkertijd in uitvoering (Dordrecht, Venlo, Helmond ’t Hout, Blerick, Almere Buiten en Almere Parkwijk).

In 2022 zijn op 350 stations Automatische Externe Defibrillatoren (AED’s) geplaatst. Deze AED’s zijn aangesloten op het burgerhulpverlenersnetwerk van HartslagNu en daarmee openbaar beschikbaar voor oproepen aan burgerhulpverleners op de stations en in de wijken daaromheen. Op de grotere stations zijn we gestart met de vervanging van de AED’s en voegen ook die toe aan het netwerk van HartslagNu.

Programma Fietsparkeren 

Het programmateam Fietsparkeren heeft in 2022 verder gewerkt aan circa 125 projecten in diverse stadia van ontwikkeling die tot uitvoering komen in de periode tot en met 2030. De volgende stallingsuitbreidingen zijn dit jaar opgeleverd: Gouda voorzijde 3x, Almere Centrum 2x, Barneveld Zuid, Gouda Goverwelle, Bloemendaal, Deurne, Zwijndrecht en Apeldoorn Osseveld. 

In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (BO MIRT) en Regeerakkoord Rutte IV zijn ook weer de nodige stallingsuitbreidingen bij stations benoemd en voorzien van rijksbijdragen. 

Programma toegankelijkheid 

In 2022 zijn 22 treinstations toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking door onder andere de perronhoogte aan te passen voor een gelijkvloerse instap in de trein. Het totaal aantal toegankelijke stations is daarmee op 352 gekomen. Dit is 88% van het totaal aantal treinstations in Nederland. Het aantal perrons waarvan delen zich niet langer op de juiste hoogte bevinden, is toegenomen, onder andere door verzakking van de bodem in de afgelopen jaren. We werken eraan om deze perrons de komende jaren weer op de juiste hoogte te brengen en te houden. 

Liften en roltrappen

In 2022 is er sprake van bovenmatige uitval van liften en/of roltrappen: langdurige stilstand en/of terugkerende storingen als gevolg van leveringsproblemen van materialen die nodig zijn voor reparatie van liften en roltrappen. Levertijden voor cruciale onderdelen zijn in de loop van 2022 opgelopen tot soms meer dan dertig weken. ProRail, NS Stations en de betrokken liftfabrikanten werken zeer intensief samen om de overlast tot een minimum te beperken. We plaatsen sensoren om sneller te kunnen acteren bij technische storingen. Ook leggen we voorraad aan van cruciale liftonderdelen en wordt een speciaal team van monteurs ingezet voor onderhoud van stationsliften om kennis te vergroten en zo sneller storingen te kunnen oplossen. Daarnaast zijn we met decentrale openbaar vervoerautoriteiten (DOVA) in gesprek over uitwisseling van data zodat deze op termijn gebruikt kunnen worden voor verbetering van de reisinformatie. Er is enige verbetering te zien, al zullen sommige installaties nog noodgedwongen tot in het voorjaar van 2023 buiten gebruik blijven.

Toekomstbeeld OV-ketens en knopen

In 2022 is in samenwerking met betrokken stakeholders gewerkt aan een actieagenda OV- knooppunten. In deze actieagenda zijn de invulling van de governance en de datagedreven ontwikkeling van knooppunten nader uitgewerkt en zijn focusknooppunten aangewezen. Deze knooppunten zijn bepaald na een verdere uitdieping van de knooppuntinventarisatie samen met onder andere gemeenten, provincies en NS Stations en in afstemming met de netwerkuitwerking Toekomstbeeld Openbaar Vervoer (TBOV).

Stationsagenda, samenwerking ProRail, het ministerie en NS Stations

Vanaf het voorjaar 2021 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met NS Stations en ProRail gewerkt aan de totstandkoming van de zogenaamde ‘Stationsagenda’. Het ministerie wil door middel van deze agenda beleid ontwikkelen en vastleggen voor de publieke belangen op stations. Begin 2023 is de Stationsagenda door het ministerie met de Tweede Kamer gedeeld.

Publiek Private Samenwerkingscontract

ProRail en NS hebben in april 2022 de Publiek Private Samenwerkingcontract (PPS) afgesloten. Dit contract moet ertoe leiden dat de werkzaamheden voor en op de stations efficiënter worden uitgevoerd en dat er een betere afstemming is tussen NS en ProRail. We hebben meer expliciet vastgelegd wie wat doet in de uitvoering op de stations en de rolverdeling waardoor we beter weten waar we elkaar voor kunnen inzetten. De PPS zorgt ervoor dat we in de operationele processen van beheer en vernieuwen beter samenwerken. Deze ‘hernieuwde samenwerking’ zal de kwaliteit van de stations en uiteindelijk de stationsbeleving van de reiziger ten goede komen. We weten elkaar beter te vinden en zorgen bij problemen dat we die samen oplossen. In november 2022 is een enquête onder de medewerkers van beide bedrijven gehouden die dit beeld bevestigt. Begin januari 2023 hebben we een inhoudelijk jaarplan voor 2023 gemaakt. In dit jaarplan staat de gezamenlijke aansturing van de Stationsagenda en TBOV, de samenwerking tussen de verschillende ‘tafels’ uit de PPS, de inrichting van het beleid omtrent fietsenstallingen, de propositie naar gemeenten en provincies en als laatste ons gezamenlijke assetplan. In het maandelijkse sturingsoverleg bespreken we deze onderwerpen en monitoren we de voortgang.

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer / Spoor naar morgen

Stap voor stap naar een bereikbare en duurzame toekomst 

Treinreizigers willen vlot en veilig hun bestemming bereiken. Ook de goederenvervoerder ziet graag dat goederen op tijd en probleemloos op hun reisdoel aankomen. Daarom werkt ProRail dagelijks aan een bereikbaar Nederland, met betrouwbare reistijden. Dat is belangrijk voor de individuele reiziger en van wezenlijk belang voor de Nederlandse transporteconomie. 

Stapsgewijs meer treinen per dag 

We verwachten meer reizigers en goederenvervoer in 2030. Met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) blijven we effectief inspelen op de behoefte aan OV-bereikbaarheid. Door gerichte investeringen en slimme technische oplossingen benutten we het spoor optimaal. Met deze aanpak maken we het stapsgewijs mogelijk dat er rond 2029 aanzienlijk meer treinen per dag kunnen rijden, met respect voor de omgeving en oog voor de stedelijke en landelijke inpassing. 

Voortgang in 2022 

De PHS-projecten zijn inmiddels grotendeels in uitvoering. Mijlpalen in 2022 waren: 

  • In september is door de staatssecretaris de starthandeling verricht voor de verbouwing van Amsterdam Centraal.

  • Er is een oplossing gevonden voor het langer in stand houden en zelfs vergroten van de capaciteit van de UK-Terminal, waar voor de komende jaren op Amsterdam Centraal de internationale trein naar Londen kan aankomen en vertrekken.

  • De werkzaamheden bij Rijswijk-Rotterdam en het Amsterdams havengebied zijn voortgezet en de werkzaamheden voor PHS bij Spoorzone Ede nagenoeg afgerond. Ook het transferproject bij station Amsterdam Amstel is klaar.

  • In het voorjaar van 2022 heeft de zitting plaatsgevonden bij de Raad van State over het Tracébesluit Meteren-Boxtel. December 2022 kwam de uitspraak dat ProRail met het project door kan gaan, maar een nadere motivering voor een onderstation is noodzakelijk.

  • Het Tracébesluit PHS Nijmegen is gepubliceerd en voor dit project is het zogenaamde MIRT-3 besluit genomen. Dit betekent dat dit project nu ook richting uitvoering gaat.

  • De werkzaamheden aan de Haarlemcorridor nabij Sloterdijk en de spooraanpassingen bij Eindhoven zijn afgerond.

ProRail brengt momenteel landelijk de stabiliteit van het baanlichaam onder het spoor in kaart. Dit is nodig voor een toekomstbestendig spoor. Voor baanvakken waar de komst van meer treinen wordt voorbereid, voert ProRail verdiepend onderzoek uit naar het baanlichaam. Als onderdeel van de afspraken mobiliteit en woningbouw zijn er middelen voor de aanpak van de baanstabiliteit Schiedam-Delft Campus gereserveerd, om zo meer sprinters tussen Den Haag en Rotterdam mogelijk te maken.

De versterking van de baan is niet op tijd gereed om vanaf eind 2024 een vijfde en zesde sprinter te laten rijden tussen Den Haag en Rotterdam. Daarom is samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en NS een tijdelijke oplossing gevonden in de dienstregeling, zodat de extra sprinters wel al kunnen rijden als eind 2024 de PHS-infrastructuur klaar zal zijn op deze corridor.