De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

Financiële prestaties

Resultaten 2023

ProRail zorgt voor de aanleg, het onderhoud en het beheer van het Nederlandse spoorwegnet. De werkzaamheden die gericht zijn op het in standhouden van de functionaliteit van het spoor tegen afgesproken kwaliteitsniveaus betreft activiteiten zoals groot en klein onderhoud, beheer en vervangingen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bekostigt deze werkzaamheden uit de zogeheten 'EOV-gelden'. Daarnaast voert ProRail voor het ministerie en derden werkzaamheden uit die gericht zijn op het aanbieden van extra functionaliteit, zoals extra haltes en frequentieverhoging. In deze gevallen wordt gesproken over functiewijziging/investeringsprojecten, dit bekostigt het ministerie uit de zogeheten 'aanleg-gelden'. Ook verdelen we als onafhankelijke partij de ruimte op het spoor en regelen we al het treinverkeer. Voor het gebruik van het spoor door de vervoerders ontvangt ProRail gebruiksvergoedingen. ProRail is tevens netbeheerder en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het transport van elektriciteit over het net.

De realisatie voor investeringsprojecten is in 2023 nagenoeg volgens planning uitgekomen. De investeringsprojecten resulteren uiteindelijk in nieuwe activa op onze balans. De aanleg-gelden die hiertoe worden aangewend worden afgerekend naar de balans en staan tegenover deze investeringen in activa. De aanleg-gelden zijn zichtbaar onder de kort- en langlopende schulden als investeringsbijdrage. In 2023 werd via onder andere onze investeringsprojecten voor € 1,3 miljard (2022: € 1,1 miljard) geïnvesteerd in materiële vaste activa, waarvan € 1.063 miljoen (2022: € 859 miljoen) is gefinancierd vanuit de Rijksoverheid en € 203 miljoen (2022: € 223 miljoen) gefinancierd door derden, zoals provincies en gemeenten.

Voor wat betreft het onderhoud en beheer is een beperkt deel van de in 2023 geplande productie niet gerealiseerd. Ten opzichte van 2022 zien we voor 2023 wel een stijging in het totaal van de uitgevoerde activiteiten.

Voor zowel de functiewijzigings- als functiehandhavingsprojecten kent de realisatie ten opzichte van de geplande productie verschillende afwijkingen, zoals verschuivingen in de tijd of scope van projecten maar ook prijseffecten. Voorbeelden van de verschuivingen in tijd voor 2023 zijn bijvoorbeeld het moeten doorschuiven van werkzaamheden gerelateerd aan ICT investeringsprojecten en het doorschuiven van werkzaamheden heuvel Kijfhoek door onder andere vertraging in de werkzaamheden. Prijseffecten komen tot uiting in onze winst- en verliesrekening en worden verrekend met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat middels de egalisatiereserve.

Op hoofdlijnen ziet de winst- en verliesrekening 2023 er als volgt uit:

Bedragen in miljoenen euro's

2023

2022

   

Bedrijfsopbrengsten

1.648

1.538

Bedrijfslasten

-1.746

-1.535

Financiële baten en lasten

14

-9

Resultaat vóór belastingen

-84

-6

Resultaat vóór mutatie egalisatierekening *

-81

-7

* In verband met de onzekerheden ten aanzien van de prijsontwikkelingen gedurende 2023 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in tegenstelling tot voorgaande jaren, niet vooraf het volledige bedrag voor prijsindexatie toegekend in de (wijzigings-)beschikking. Het additionele prijseffect 2023, becijferd op € 51,3 miljoen, zal na vaststelling van de jaarrekening via de egalisatiereserve worden verrekend. Dit geldt ook voor het prijseffect gerelateerd aan de noodzakelijke verlengingen van de PGO-contracten, becijferd op € 25,7 miljoen. De beide bedragen (in totaal € 77 miljoen) zullen naar verwachting na vaststelling van de jaarrekening worden verrekend middels de subsidievaststelling 2023. Gecorrigeerd voor deze bedragen komt het resultaat daarmee uit op € 3 miljoen negatief.

Voor wat betreft het exploitatiegedeelte realiseerde ProRail in 2023 bedrijfsopbrengsten van € 1,6 miljard (2022: € 1,5 miljard) onderverdeeld naar:

  • exploitatiebijdragen van de Rijksoverheid (€ 1.083 miljoen; 2022: € 1.021 miljoen);

  • gebruiksvergoeding (€ 376 miljoen; 2022: € 355 miljoen);

  • overige netto-omzet (€ 47 miljoen; 2022: € 45 miljoen);

  • geactiveerde productie (€ 137 miljoen; 2022: € 110 miljoen);

  • overige bedrijfsopbrengsten (€ 6 miljoen; 2022: € 5 miljoen).

De bedrijfslasten bestaan grotendeels uit 'apparaatskosten' en 'kosten van uitbesteed werk en overige externe kosten'. In 2023 bedragen de 'kosten van uitbesteed werk en overige externe kosten' € 1.062 miljoen (2022: € 916 miljoen). Deze kosten houden onder andere verband met infrastructurele kosten, kosten van inspecties en onderzoek, ICT-diensten en overige kosten die uitbesteed zijn. De hierboven vermelde cijfers dienen in samenhang met de jaarrekening en toelichting daarop bezien te worden, voor nadere toelichting verwijzen wij derhalve naar de jaarrekening.

ProRail maakt gebruik van financiële instrumenten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. De primaire financiële instrumenten dienen ter financiering van de operationele activiteiten of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Het beleid van ProRail is om niet te handelen in financiële instrumenten. ProRail maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). De solvabiliteit van ProRail bedraagt ultimo 2023 7,51% (2022: 7,71%); de liquiditeit bedraagt ultimo 2023 0,76 (2022: 0,81). Gezien de aard van de activiteiten en de wijze van financiering van de organisatie is het voor ProRail geen noodzaak om actief op deze ratio's te sturen.

Maakbaarheid in relatie tot prijsstijgingen en marktspanning

De ingezette prijsstijgingen in 2022 zijn eveneens in 2023 zichtbaar. Het werkaanbod is groot en materialen zijn schaars. De maakbaarheid komt steeds meer in het gedrang ook bijvoorbeeld doordat minder kwartsloze ballast beschikbaar is.

Onze maatregelen zorgen tot nu toe voor rust in de markt en aanbestedingen konden grotendeels doorgaan. We vragen het maximale van aannemers. ​

Bij meerdere projecten zetten we gebruikte materialen in in plaats van nieuwe. Deze moeten we op korte termijn vervangen door nieuwe materialen. Dit is extra werk en zorgt mogelijk ook extra hinder voor de reizigers en vervoerders.

Vooruitzicht 2024

Het spoor is een vitale sector in de maatschappij. Dat betekent dat we het spoor ook in de huidige tijd veilig en berijdbaar houden zodat het treinverkeer, zowel voor reizigers als goederen, doorgang blijft vinden. Het spoor is complex. Grootschalige werkzaamheden vormen niet alleen technisch, maar ook maatschappelijk een ingewikkelde opgave. Dat betekent dat werkzaamheden die gepland staan en niet door kunnen gaan, alleen met grote inspanningen opnieuw kunnen worden ingepland. ProRail is van mening dat wij samen met de marktpartijen met wie wij werken, zelf het beste regie kunnen houden op werkzaamheden, voorraden en mensen. Zij hebben daarvoor de kennis en data in huis. ProRail zal dan ook in 2024 en verder samen met de marktpartijen de benodigde afwegingen maken in de uitvoering van het geplande werk.

Basiskwaliteitsniveau spoornetwerk (BKN)

Bij ProRail werken we continu aan het goed onderhouden van het spoor. Elke vier jaar kijken we hoeveel geld we daarvoor nodig hebben: de zogenoemde langetermijnreeksen (LT-reeksen). Eind 2023 hebben we de plannen weer bijgewerkt. Deze geven een reëel beeld van wat er nodig is om de komende jaren het spoor op het huidige prestatieniveau te houden. Tegelijkertijd zien we dat onze kosten in de toekomst stijgen, hetgeen op gespannen voet staat met de beschikbare middelen bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ministerie heeft ons in navolging van andere modaliteiten gevraagd het ''basis kwaliteitsniveau'' (BKN) spoor te definiëren. Hiermee wordt bedoeld de minimale eisen om onze wettelijke taken en afspraken uit de beheerconcessie te voldoen. Op basis van deze definitie wordt bekeken waar activiteiten kunnen worden beperkt om binnen de financiële kaders te komen. Dit zal in de eerste helft van 2024 nader worden vastgesteld.

Indexatie

De EOV-budgetten worden jaarlijks geïndexeerd vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op basis van IBOI (2023: 5,634%; 2022: 5,162%). IBOI staat voor 'Prijs bruto overheidsinvesteringen'. Dit is de gemiddelde prijsstijging van de bruto investeringen van de collectieve sector. De investeringen bestaan onder meer uit infrastructuur, vervoermiddelen, software etc.

Het verschil tussen IBOI en de werkelijke prijsstijgingen bedraagt voor 2023 € 51,3 miljoen en is verwerkt in het resultaat 2023. Voor de komende jaren zijn de financiële effecten van de schaarste van materialen en stijgende prijzen nog niet inzichtelijk. Het is onzeker in hoeverre werkelijke prijsstijgingen opgevangen kunnen worden indien de IBOI lager is dan de werkelijke indexatie. We overleggen met het ministerie onder andere in relatie tot de herijking van de financiële reeksen hoe we met deze ontwikkelingen omgaan.

Continuiteit

ProRail wordt voor het uitvoeren van haar wettelijke taken gefinancierd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanuit het Mobiliteitsfonds. Hiermee zijn de financiële middelen gewaarborgd voor het uitvoeren van activiteiten, ook voor 2024.