De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

Internationaal vergelijken

Elke drie jaar vergelijken we onze prestaties met een selectie van spoorinfrabeheerders in het buitenland. Dit is een verplichting in de beheerconcessie. Eind 2023 zijn de resultaten van onze internationale benchmark met data over de periode 2017 tot en met 2021 aangeboden aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

In lijn met voorgaande internationale benchmarks, bevestigt de uitgevoerde benchmark dat het Nederlandse spoor, samen met Zwitserland, het meest intensief bereden spoornetwerken in Europa is en dat ProRail – samen met de vervoerders en andere stakeholders – in de periode 2017-2021 goede prestaties leverde op het Nederlandse spoor. Op de belangrijkste prestatiegebieden behoren we tot de top van de landen in de vergelijkingsgroep (hoog niveau van veiligheid, laag aantal verstoringen).

In deze rapportage is voor het eerst de impact van COVID-19 op prestaties van inframanagers en vervoerders zichtbaar. Bij alle vervoerders daalde de reizigersvraag in 2020 sterk ten gevolge van COVID-19 en verbeterde de punctualiteit van het treinverkeer bij alle benchmarkpartners. Vanaf 2021 werden de eerste tekenen van herstel zichtbaar. In Nederland was de daling van de reizigers sterker dan gemiddeld en kwam het herstel langzamer op gang dan bij vergelijkbare partijen. Deze ontwikkelingen zijn sterk beïnvloed door verschillen in beperkende en stimulerende (overheids)maatregelen in de diverse landen, en door veranderd reisgedrag.

Verder is ons kostenniveau (kosten voor onderhoud en vernieuwing afgezet tegen de benutting van het spoor) in lijn met het gemiddelde van de vergelijkingsgroep. De tariefsystematiek voor het Nederlandse spoor verschilt met andere landen in de benchmark. In Nederland is gekozen voor licht bovengemiddelde tarieven voor reizigers en een duidelijk lagere dan gemiddelde publieke financiering. Met andere woorden: de reizigers leveren een gemiddeld hogere bijdrage via de tarieven en de belastingbetaler een gemiddeld lagere bijdrage.